Door de jaren heen zijn er heel wat projecten gewijd aan blanke rock 'n’ rollers (incl. de meest obscure en onbekende) en heel weinig aan de artiesten die al veel langer deze muziek speelden, lang voordat blanke muzikanten dit deden. Wanneer in de jaren 50/60 vanuit een strikt blank R&R / R&B-standpunt de geschiedenis herschreven werd en zwarte R&B-muziek plotseling werd omgedoopt tot "R’n’R" om een breder blank publiek in het gesegregeerde Amerika aan te spreken, gold dit enkel voor een beperkt aantal zwarte rockers, die je bijna op twee handen kon tellen. Zowat iedere Afro-Amerikaanse R&B act was per definitie rock’n’roll én belangrijk, blanke artiesten waren toen in de minderheid. Op Volume 8 van de serie ‘MORE Boss Black Rockers’ zijn zwarte artiesten (eindelijk), alvast op 28 van de opnieuw door The “Mojo” Man aka Little Victor gekozen nummers, in de meerderheid. Erg belangrijk was het moment wanneer zwarte artiesten eindelijk erkend werden.

Nogmaals, op ‘More Boss Black Rockers – Vol.10: 'Lonely Lonely Train' zijn sommige songs behoorlijk bekend, maar de overgrote meerderheid niet. De kans is groot dat je veel van de hier opgenomen nummers nog nooit hebt gehoord, ook al waren veel ervan in de jaren vijftig behoorlijk populair onder zowel zwarte als blanke r'n’r-fans. De meeste artiesten in deze nieuwe serie (net als de eerste) waren eigenlijk bekende namen in de "Rock and Roll World" van de jaren '50 en begin jaren '60.

1. Big Boy Myles: Hockory Dickory Dock (Mandolph), 1956
2. Johnny Acey: Please Don’t Go (Back to Baltimore) (xx), 1960
3. El Pauling &Royal Abbit: Please, Please Be Mine (Pauling, Abbit), 1961
4. The Premiers: Hey Miss Fancy (Gilmer), 1957
5. The Five Masks: Polly Molly (Braggs), 1958
6. The Larks: Forget It (Brooks, Smith), 1954
7. Roosevelt Grier: Struttin’ and Twistin’ (Grier), 1962
8. The Dukes: Come On and Rock (Price), 1957
9. The Guytones: Baby I Don’t Care (Evans, Gibson), 1958
10. Curtis Knight: Gotta Have a New Dress (Horton, Knight), 1962
11. Jim Sweeney: Sick, Sick, Sick (Bryant, Bryant), 1958
12.  Jimmy Williams: C’Mon baby (What’s Your Name) (Roberts, Katz), 1959
13. King Curtis: Beach Party (Ousley), 1962
14. Phil Flowers: You Stole My Heart (Davis, Flowers, Flowers, Flowers), 1958
15. Lee Dorsey: Rock (Dorsey, Richards), 1959
16. The Spinners: Sud Buster (Fuqua, Gordy), 1961
17. Roy Tann: I Don’t Like It (Hetz), 1957
18. Brook Benton: I Wanna Do Everything for You (Otis, Benton), 1957
19. Ernie Tucker & His Operators: Betty and Bobby (Tucker), 1961
20. Wynona Carr: Touch and Go (Bono), 1958
21. Otis Riley: Little Miss Bibbitty Boom (Riley), 1959
22. The Upsetters: Jaywalking (The Upsetters), 1960
23. Dean & Jean: Turn It Off (Lee, Young), 1959
24. Little Richard: Ain’t Nothin’ Happening (Biggs, Thomas), 1952
25. Edwin & Alvin: Shiverin’ and Shakin’ (Johnson, Johnson), 1959)
26. The Jarmels: She Loves to Dance (Seneca), 1961)
27. Sonny Andersen: Lonely Lonely Train (Burnette, Burnette)
28. Jimmy Witherspoon: Move Me Baby (Davis), 1953  

‘LONELY LONELY TRAIN’ is een compilatiealbum samengesteld door The “Mojo” Man aka Little Victor, met 28 originele, vaak nog maar zelden gehoorde nummers uit de fifties en aanvang sixties, die staan voor typische soms stevige, rauwe r’n’r. Het album archiveert vooral muziek van zwarte rock & roll artiesten, die eerder niet aan de bak kwamen of genoemd werden. Het is een belangrijk deel van de muziekgeschiedenis, die aan de basis ligt van wat nu wereldwijd vele muzikanten aanvuurt om te spelen en die vele muziekliefhebbers mateloos boeit…” (ESC for Rootstime.be)

Eric Schuurmans